4. Gegevensbewaarinstellingen
De Instellingen voor gegevensbewaring stellen je in staat te configureren hoe lang bewakingsgegevens in het systeem worden opgeslagen voordat ze automatisch worden verwijderd. Dit helpt de databasegrootte te beheren en zorgt ervoor dat verouderde bewakingsinformatie niet onbeperkt ophoopt.
Configuratieopties
1. Bewaring voor uptimebewaking (dagen)
Beschrijving: Bepaalt het aantal dagen dat service-uptime en incidentgegevens in het systeem worden bewaard.
Effect: Alle uptime- of incidentgegevens die ouder zijn dan het opgegeven aantal dagen, worden automatisch verwijderd.
Voorbeeld:
Als ingesteld op
13, zullen alle uptime- of incidentgegevens ouder dan 13 dagen uit het systeem worden verwijderd.
2. Bewaring voor serverbewaking (dagen)
Beschrijving: Bepaalt het aantal dagen dat serverstatistieken en procesgegevens in het systeem worden bewaard.
Effect: Alle serverbewakingsgegevens die ouder zijn dan het opgegeven aantal dagen, worden automatisch verwijderd.
Voorbeeld:
Als ingesteld op
20, zullen alle serverstatistieken of procesgegevens ouder dan 20 dagen uit het systeem worden verwijderd.

Hoe wijzigingen toe te passen
Werk de gewenste bewaardagen bij in de respectieve invoervelden:
Bewaring voor uptimebewaking (dagen)
Bewaring voor serverbewaking (dagen)
Klik op de Wijzigingen opslaan knop om de nieuwe instellingen toe te passen.
Opmerking: Het systeem voert eenmaal per dag automatisch de opschoning uit op basis van de geconfigureerde bewaartermijnen.
Laatst bijgewerkt